De trotse trainer

Vaak blader ik ‘s avonds nog even door mijn Twitter kolommen. Niet op zoek naar iets, meer even om te kijken of ik het nieuws een beetje heb meegekregen en ook wat er in mijn vakgebied gebeurt. In een aantal kolommen in Hootsuite volg ik onderwerpen die raken aan mijn opdrachtgevers, ben ik altijd op zoek naar vacatures op het gebied van woordvoering en persvoorlichting en volg ik discussies over die onderwerpen.

Gisteren stuitte ik op een tweet van René Westbroek, adviseur-trainer bij Bex*Communicatie. Ik ken René niet persoonlijk maar omdat hij het woord ‘woordvoerder’ gebruikte in zijn tweet kwam hij bovendrijven in mijn kolommen. Hij had eerder die avond naar het journaal gekeken en daar één van zijn klanten gespot, een woordvoerder die hij eerder die week had getraind. Dat gebeurt natuurlijk vaker, naast woordvoerders worden ook ministers, ceo’s, burgemeesters en wetenschappers dagelijks getraind door een breed scala aan bureaus en éénpitters.

Als je dan als trainer je trainee ziet optreden in het journaal en je ziet dat hij of zij zich daar goed redt dan ben je trots. Dat was René, en dat zou ik ook zijn. Dat bedacht ik me toen ik zijn tweet las en toch gaf diezelfde tweet me een onprettig gevoel. Hoe zou ik het vinden als ik door René getraind was en zijn tweet  had gezien? Of had ik iets vergelijkbaars getwitterd als ik die persoon had getraind. Ik denk het niet. Niet omdat ik zijn trots niet begrijp, niet omdat hij het niet best netjes onder woorden bracht –zonder naam en rugnummer- maar omdat het een beetje voorkomt als oneerbiedig. En een beetje protserig. Kijk die woordvoerder het eens goed doen dankzij mij.

Ik ben de afgelopen jaren ook talloze malen getraind en heb zelf ook veel trainingen gegeven. Hoewel het fijn is om je klanten af en toe te kunnen noemen, al is het maar omdat het voor veel opdrachtgevers geldt als referentie, vind ik het vooral knap als je je werk kunt doen zonder te verwijzen naar eerdere klanten of eerder succes. Kees Mijnten, helaas al een tijdje niet meer onder ons, kon dat als de beste. Hij noemde geen andere opdrachtgevers, had lange tijd geen LinkedIn-account, bedreef zijn pr slechts door gebruik te maken van de kwaliteit van zijn product. Zijn klanten wisten hem altijd te vinden, ook zonder website.

Niet meer van deze tijd zou je zeggen waarin iedereen de ander voorbijstreeft met een gelikte site, een scala aan social accounts en allerhande samenwerkingen met andere bureaus of zzp’ers. Alles om je te verwittigen van een verse stroom aan klanten. Ik snap het, ik doe er tot op zekere hoogte aan mee maar blijf met bewondering kijken naar hen die dat niet nodig hebben en succes hebben door slechts te zijn wie ze zijn en te doen wat ze doen.