Perslijsten uitbesteden: 6 systemen vergeleken

Het benaderen van journalisten, het in kaart brengen van je pr-campagne of het uitsturen van persberichten doe je bij voorkeur met een goede perslijst waar je alles in kunt vinden wat je hartje begeert. Tenzij je je met drie persberichten per jaar in een beperkte mediaomgeving begeeft, dan heb je aan een Excell-lijstje genoeg.

Maar wat is nu een goede perslijst? Vier jaar geleden schreef ik  Perslijsten uitbesteden, vier handige tools en vergeleek daarin vier aanbieders van perslijsten: De Perslijst, SmartPR, De Persmanager en Meltwater. De conclusies waren vrij helder: Meltwater opereerde internationaal maar was nogal aan de prijs, De Persmanager schoot tekort én op dekking én op gebruiksvriendelijkheid, SmartPR combineerde de ideale database van de Perslijst met een superhandige verzendtool. Kortom, een beetje afhankelijk van wat je met je bedrijf of organisatie voor doelstelling hebt, was er voor ieder wat wils. Inmiddels zijn we een paar jaar verder en vroeg Frankwatching me eens opnieuw te kijken naar het aanbod van perslijsten. Deze keer heb ik zelf benoemd marktleider ANP en het aangeprezen MediaProfiler ook meegenomen in de vergelijking. Na het lezen van dit artikel ben je in staat de voor jouw organisatie of bedrijf de meest relevante en kosteneffectieve keuze te maken.

Kwaliteiten

Aanbieders van perslijsten bieden in de basis grofweg hetzelfde, namelijk een lijst met journalisten die je met een bepaalde bewerking selecteert en die je vervolgens ín het systeem een bericht kunt toesturen. Tegelijkertijd heb je daarmee de enige overeenkomst ook wel gehad. Als het gaat om een perslijst ben ik zelf een nogal veeleisende gebruiker. Tijdens sommige gesprekken met accountmanagers kon ik soms de frustratie er doorheen horen als ik weer iets wilde dat inderdaad handig zou zijn, maar (nog) niet mogelijk was. Laat ik vooropstellen: de ideale perslijst bestaat niet. Althans, nog niet. Er is wel een aantal ontwikkelingen gaande dat die ideale lijst heel dichtbij brengt. Laat ik om te beginnen uitleggen wat voor mij een ideale perslijst is.

  1. De ideale perslijst is compleet in het aantal contacten dat in de database zit. Het is immers jammer als de journalist die je zoekt wel bestaat maar die niet in de perslijst van jouw aanbieder voorkomt. Compleet zijn ze geen van alle, maar er zijn aanbieders die zeker een brede selectie hebben. Ik heb het dan niet alleen over schrijvende journalistiek, maar juist ook redacteuren die voor radio en televisie gespecialiseerd zijn in bepaalde onderwerpen of beleidsvelden.
  2. De manier van zoeken in die database is ook een dingetje. Systemen waar je met drop down-lijstjes een heel parcours door moet voordat je tot een bruikbare lijst komt kunnen niet op mijn sympathie rekenen. Zeker niet als ik bij elke hindernis me afvraag wat de toegevoegde waarde is. Intuïtief zoeken doe je gewoon door een paar termen in een zoekveld te zetten. Bij voorkeur dan ook met de mogelijkheid om met “OR” of “AND” te zoeken, of door een type medium te kiezen en één of meerdere onderwerpen.
  3. De output levert bij voorkeur informatie op die je nog niet hebt. Een koppeling met een Twitter-account bijvoorbeeld vind ik niet zo relevant. Als daarentegen een korte omschrijving volgt met waar de betreffende journalist over schrijft, de titels waar hij of zij voor werkt en een foto wordt het al beter. Je wilt voordat je iemand gaat volgen of benadert toch een beeld vormen. Bij output hoort ook de mogelijkheid om bepaalde zoekacties of resultaten op te slaan voor later gebruik dan wel te exporteren.
  4. Ook fijn is als je ín het systeem zelf informatie kunt toevoegen en dat het systeem naarmate je het vaker gebruikt ook ‘slimmer’ wordt. Korte gespreksverslagjes met journalisten kunnen bij een volgend contact heel bruikbaar zijn en daarmee geef je ook consistentie in je mediabenadering, zeker als je met meerdere woordvoerders in hetzelfde systeem werkt.
  5. De systemen bieden bijna allemaal een verzendmogelijkheid. Als je mediaselectie compleet is, kun je je persbericht uploaden desgewenst opgetuigd met logo’s, boilerplates, foto’s, filmpjes en links.
  6. Tenslotte hecht ik ook aan de metadata die sommige aanbieders jou als gebruiker leveren. Denk daarbij aan de bouncerate en informatie wat de ontvanger met je bericht heeft gedaan. Met dergelijke informatie kun je een volgende keer je benadering toespitsen op juist die journalisten die je bericht hebben ontvangen én geopend. Bounce-informatie is daarnaast voor de leverancier van de perslijst waardevolle informatie, op basis daarvan kan de lijst immers worden bijgewerkt.
  7. Om de vergelijking compleet te maken geef ik ook inzicht in de kosten.

Van de zes systemen heb ik er vier zelf getest en met twee heb ik met de accountmanager online mogen meekijken. De concurrentie tussen de grote jongens is stevig dus zomaar door iemand onbetaald in je keuken laten kijken, vindt niet iedereen fijn. Een uurtje meekijken met MediaProfiler laat eigenlijk zien dat dit systeem zich niet laten vergelijken met de andere vijf: de mogelijkheden zijn beperkt en, onaardig gezegd, alleen bruikbaar voor PR 1.0. Verwacht je naast kwantiteit ook de mogelijkheid om gedifferentieerd te zoeken en vruchtbaar samen te werken met je collega’s dan ben je aangewezen op één van de andere vijf aanbieders.

MediaProfiler

MediaProfiler is een wat kleinere speler, ooit begonnen in de techbranche en dekt volgens eigen zeggen zo’n 1.300 titels en 2.500 journalisten. Je kunt er niet op onderwerp zoeken via een zoekveld, laat staan via meerdere gecombineerde onderwerpen. Om tot een perslijst te komen dien je vijf stappen te volgen, van type medium (print, rtv etc.) naar doelgroep (bijvoorbeeld bedrijven of consumenten), naar onderwerp (bijvoorbeeld technologie). De selecties leveren uiteindelijk twee tabbladen op, één met journalisten, de ander met titels. De geleverde contactgegevens zijn openbaar. Dat betekent dat de betreffende journalisten niet benaderd worden maar dat gegevens op basis van openbare profielen worden bijgehouden, inclusief foto. De informatie die geleverd wordt, bestaat uit veel tariefkaarten, weinig redactionele informatie. Wat het wel biedt zijn overzichten van specials en daarmee zijn ze de enige. Mochten ze net jouw branche dekken en je bent geholpen met algemene redactie-informatie dan ben je relatief goedkoop uit want dit systeem haal je in huis voor een bedrag vanaf 725 euro per jaar. Je kunt het ook een maandje zelf testen voor 70 euro exclusief of 95 euro inclusief verzendoptie.

Mediaprofiler

 

 

Dan door naar de grote jongens: de Nederlandse spelers De Persmanager, De Perslijst en SmartPR; en internationale aanbieders Agility (ANP) en Meltwater.

De Persmanager

De Persmanager is net als het Handboek Nederlandse Pers een product van Nijgh, maar in tegenstelling tot het Handboek levert dit product wel redactie-informatie. Na het inloggen volgt een overzichtspagina met bovenin een zoekveld. Je kunt niet in alles tegelijk zoeken maar moet kiezen tussen redacteuren, berichten, media, projecten, contactpersonen, klanten, perslijsten en notities. Ik vind dat niet fijn. Liever heb ik één zoekveld en dat dat de output resultaten geeft in alle categorieën. Het systeem biedt volgens de website een overzicht van 9.500 journalisten en 7.000 titels. Invoeren van de 40 journalisten en redacteuren levert 17 hits op, een score van 43%. Opmerkelijk is daarbij dat de voornamen niet in het systeem staan. Ingrid Koenen van de Cobouw vind je dus alleen als je zoekt op Koenen. Bijkomend probleem is ook dat de output ook geen voornaam biedt en dat is echt een gemis als je dit systeem gebruikt om je contacten op te bouwen, zeker bij namen die vaker voorkomen. De naam ‘Smit’ geeft 62 hits, best even puzzelen dan om de goede Smit te vinden.

De output op journalistenniveau laat de contactgegevens zien met daarbij algemene telefoon- en adresgegevens, en algemene én persoonlijke emailadressen. Vanuit het persoonsscherm kun je gelijk notities en trefwoorden toevoegen en daarbij kiezen of je die wel of niet met je collega’s deelt. Daaronder zie je aan welke perslijst deze journalist is toegevoegd en welke persberichten en/of uitnodigingen hij of zij heeft ontvangen. Per journalist kun je instellen of de aanhef persoonlijk of formeel moet. Handig is ook dat je de mogelijkheid om collega’s van de betreffende journalist in de resultatenlijst zichtbaar te maken. Zeker als je net een akkevietje hebt gehad en je geluk gaat beproeven bij iemand anders van de redactie. Onhandig is weer dat je bepaalde journalisten vanuit het resultaatscherm niet met één klik aan een lijst kunt toevoegen of vanuit het resultaatscherm een bericht kunt sturen.

Lijsten maken gaat in een apart tabblad en gaat vrij omslachtig. Je moet kiezen uit zes zoekopties en vervolgens zes stappen doorlopen. In het slechtste geval heb je dan één journalist toegevoegd aan je lijst.  Dat kan echt beter. Het systeem biedt de mogelijkheid om lijsten op te slaan en te exporteren en je berichten en uitnodigingen met logo, links en afbeeldingen in te plannen en te verzenden aan geselecteerde lijsten. Dat kan per email en zelf per post (!). Via rapportages kun je overzichten opstellen van een tal van dingen, waaronder het aantal contactmomenten of het aantal persberichten dat je in een bepaalde periode hebt uitgestuurd. Er worden geen metadata geleverd.

De PersManager kost 2.480 euro per jaar voor één gebruiker. Extra licenties voor meerdere gebruikers kosten 629 euro per stuk per jaar.

DePersmanager

 

De Perslijst

De Perslijst was vier jaar geleden nog mijn onbetwiste nummer één. Een grote database die ondanks de nogal onhandige manier van zoeken veel bruikbare hits opleverde. Als ik ‘m nu test zie ik dat er ten opzichte van vier jaar geleden niet zo veel veranderd is. Je moet nog steeds kiezen tussen landelijk (Nederland of België) of regionaal zoeken, anderzijds is er ook een zoekveld waar je desgewenst een onderwerp of journalist kunt invullen. Je kunt ook zoeken op woorden in je eigen aantekeningen, dat kan handig zijn. Qua dekking komt De Perslijst binnen Nederland tot 58%, geen onaardige score. De geleverde informatie biedt de contactgegevens van journalisten, waar mogelijk met persoonlijk emailadres en 06-nummer, zijn of haar interessegebieden en indien hij of zij over een account beschikt het bijbehorende twitteraccount. Toch zitten er hier en daar nog wat rare dingetjes in het systeem. Brenno de Winter bijvoorbeeld, een IT-onderzoeksjournalist van naam, zit wel in het systeem, maar is alleen op zijn voornaam vindbaar. Tik je zijn hele naam in het zoekveld dan levert dat geen hits op.

Output kun je opslaan, of exporteren. Er zit een verzendsysteem in voor persberichten waarvan je na verzending kunt zien of ze zijn aangekomen en of het bericht ook daadwerkelijk is gelezen. Dat laatste is nieuw ten opzichte van 2012. De kosten van De Perslijst beginnen bij 1.050 euro per jaar en worden hoger naarmate je ook gebruik wilt maken van dekking in België, digitale media, lijsten wilt opslaan of met meerdere accounts wil werken. Een volledig pakket met 5 gebruikers gaat richting de 3.000 euro. Kortom een bruikbare perslijst voor een schappelijk bedrag.

 

DePerslijst

SmartPR

SmartPR heeft de afgelopen vier jaar hard gewerkt. Destijds dreven ze nog op de database van De Perslijst, inmiddels doen ze het handwerk zelf en dat loont. Zoeken in het systeem met dezelfde 40 random journalisten en redacteuren levert een scoringspercentage op van 90%. Het werd bijna een sport om journalisten te vinden die níet in dit systeem zijn opgenomen. Het fijne aan dit systeem is dat je meerdere manieren hebt om te zoeken. De linker kolom heeft een zoekveld waarmee je tags kunt bepalen. Begin gewoon met tikken en, vergelijkbaar met zoeken in Google, zie je de overgebleven opties. Je kunt zoeken op één tag of op meerdere. De output levert dan journalisten op die over beide onderwerpen schrijven. Voor het echt goed targetten van je output is dit ideaal. Zoeken op de tags ‘Gezondheidszorg’ en ‘Financieel’ zorgt bij SmartPR voor een output van negen, een overzichtelijk aantal om daarin juist die ene journalist waar je naar op zoek bent te vinden.

In de middelste kolom verschijnt je output op basis van de geselecteerde tags. Om nog even bij het vorige voorbeeld te blijven: als je op zoek bent naar een journalist die over gezondheidszorg schrijft in het FD dan kies je in de linker kolom voor de tag gezondheidszorg, in de middelst vul je ‘financieele’ in. Dat levert twee hits op: beiden schrijven voor het FD, de één in vaste dienst, de ander als freelancer. De rechterkolom laat je de relevante contactinformatie zien inclusief social media-accounts. Daarnaast kun je hiervandaan de journalist rechtstreeks mailen, toevoegen aan een lijst en eigen notities of gespreksverslagen toevoegen. Via ‘campaigns’ stuur je persberichten uit naar geselecteerde contacten of lijsten en in ‘dasboard’ zie je de terugkoppeling. Die geeft vijf opties, van ‘unsubscribed’ tot ‘clicked’ waarmee je een volgende keer je mailing nog beter kunt targetten. Een journalist die je bericht twee keer op rij niet opent, staat welllicht onterecht op je lijstje. Alles werkt als een zonnetje en ook de vormgeving van je bericht is beter dan gemiddeld. Mocht je toevallig al werken met het onvolprezen PressPage dan is er aan SmartPR helemaal niet meer te ontkomen. Met een plugin werken beide aanbieders samen. Hierdoor kun je één systeem zowel je persbericht publiceren als ook je bericht naar je contacten verzenden én je social releases uitdoen. Dat is wat je noemt meedenken met de klant.

De kosten van SmartPR beginnen bij 2.500 euro per jaar voor het complete pakket van database, verzendtool en dashboard waarin je  je pr-effort kunt meten. Daarvoor kun je met één account aan de slag en 24 campagnes (persberichten) uitsturen. Heb je grootsere plannen dan loopt de prijs op tot 5.000 of 10.000 euro per jaar voor onbeperkt gebruik.

In 2012 toen ik de vorige versie van dit artikel schreef, wezen meerdere mensen mij erop dat ik de marktleider het ANP vergeten was in mijn onderzoek. Reden genoeg om nu wel te kijken wat zij op dit gebied aanbieden. Het ANP is bij het brede publiek vooral bekend als hofleverancier van het nieuws. Dat gebeurt via het ANP-net. Hier plaatsen de redacteuren van ANP hun eigen berichten en hebben bedrijven de mogelijkheid rechtstreeks hun persbericht op te plaatsen. Dat gebeurt via ANP Perssupport, een dienst van ANP en PR Newswire. Het ANP-net levert op deze manier rechtstreeks nieuws bij alle grote mediapersspelers. Maar het ANP-net is geen perslijst. Agility, een product van PR Newswire dat samenwerkt met ANP is dat wel.

SmartPR

 

Agility (ANP)

Agility werkt internationaal en heeft dekking in 180 landen. Het systeem biedt een database van zo’n 700.000 journalisten, waarvan een kleine 7.000 journalisten en ruim 3.700 algemene redacties in Nederland. Daarnaast heeft het een verzendsysteem en een monitor waarin je kunt zoeken op online content op onderwerp. Voor dit artikel ben ik vooral benieuwd naar de mogelijkheden binnen Nederland, dus ik laat het internationale aspect even achterwege. Journalisten zoeken op onderwerp, kan via het zoekveld. Het systeem geeft daarbij de mogelijkheid om te zoeken op ‘AND’ of ‘OR’ wat zou moeten resulteren in een nauwe selectie (AND) of een totale lijst (OR). Als ik het systeem test laat de output alleen ‘OR’ zien. Targetten met meerdere tags kan dus niet. Omdat je hier werkt met een internationaal systeem moet je bij het selecteren van lijsten ook steeds aangeven in welk land je zoekt en in welke taal. Dat wordt na een tijdje irritant. Qua gebruiksvriendelijkheid is het systeem handig omdat je op onderwerp kunt zoeken al werkt dat niet zo intuïtief als de Google-methode van SmartPR. De site laadt ook langzaam, wellicht heeft dit te maken met het feit dat er steeds uit de gehele internationale database wordt geselecteerd. Volgens de accountmanager is ANP bezig om Agility ook alleen voor Nederland te ontwikkelen in de loop van 2016. Als dat betekent dat de laadtijd wordt verkort, je de extra handelingen kwijt bent om land en taal te selecteren dan zou dit systeem ook binnen Nederland een serieuze optie worden.

De dekking is bij Agility redelijk. Hetzelfde lijstje van 40 journalisten en redacteuren levert een score op van 48%. De resultaten leveren een overzicht van relevante journalisten met contactgegevens, korte beschrijving en indien aanwezig een twitter-account, persoonlijk e-mailadres, foto, Google-kaartje, en links naar LinkedIn en Facebook voor zover van toepassing. Je kunt ook zelf notities toevoegen. De output van je zoekopdracht kun je vervolgens opslaan of gelijk doorzetten naar het verzendsysteem. Nadat je bericht is verzonden, kun je in het  measure dasboard van Agility zien aan hoeveel journalisten het bericht is gestuurd, hoeveel er zijn aangekomen, wie het bericht hebben geopend en wie op de link heeft doorgeklikt. Bouncers worden door PR Newswire gecheckt en zo nodig aangepast. Agility heb je in drie abonnementsvormen: basis (€ 2.995 – 20.000 mails) , pro (€ 3.750 – 30.000 mails) en social (€ 5.995 – 40.000 mails). Mocht je meer mails versturen dan het maximum aantal dan loop je tegen meerkosten aan, zo’n € 500,– per 25.000 mails.

Agility (ANP)

 

Meltwater

Meltwater richt zich, net als Agility op de internationale markt met dekking in de meeste landen van Europa, de VS, Canada, Austalië, Nieuw Zeeland, Maleisië, India en Singapore.

De perslijst werkt als systeem in één geheel met onder meer een dashboard om op content te zoeken, vergelijkbaar dus met Agility. De integratie van zowel een dashboard waarin zowel alle online (en eventueel print-) uitingen als een perslijst samenkomen is natuurlijk mooi  maar het maakt het systeem ook gelijk betrekkelijk duur, want aan beide onderdelen hangt een prijskaartje. Het gebruik van alleen de perslijst zonder gebruik te maken van het dashboard kan eigenlijk niet tenzij je in een later stadium alsnog het volledige pakket zou willen afnemen. De perslijst van Meltwater claimt een dekking van zo’n 12.000 journalisten in Nederland. Volgens Meltwater hebben ze daarmee de grootste dekking van alle aanbieders. Je kunt in het systeem zoeken op land en meerdere thema’s (zowel AND als OR). Je kunt ook thema’s uitsluiten. De resultaten geven alle journalisten die online gepubliceerd hebben over het gezochte thema en daarin zijn ze uniek. Daarna kun je, als je ook het dashboard aanschaft, doorklikken naar de relevante content. Hierbij krijg je standaard online content. Offline content is eventueel ook beschikbaar als je naast dit systeem een abonnement hebt bij Lexis Nexis.

Over de kwaliteit van de dekking van Meltwater kan ik uit eigen ervaring geen verregaande uitspraken doen. Zelf het systeem testen behoort niet tot de mogelijkheden dus dekking, gebruiksvriendelijkheid en mogelijkheden moesten telefonisch en via een meekijkscherm worden doorgenomen. Dat maakt dat ik van dit systeem geen volledig beeld heb al oogt het op het eerste gezicht mooi. Qua dekking lijkt het wel goed te zitten, de drie journalisten die ik terug wilde zien, werden ook gevonden. De informatie per journalist zijn gemiddeld: Natuurlijk de redactiegegevens, eventueel aangevuld met persoonlijke contactgegevens. Daarnaast biedt Meltwater een korte omschrijving van het werkveld van de betreffende journalist. Er zit een verzendsysteem aan om je persberichten bij je betreffende selectie te krijgen. Meltwater biedt geen terugkoppeling van metadata zoals de bouncerate en of en zo ja hoe een bericht door de ontvanger is verwerkt. De kosten van de perslijst van Meltwater worden wat vertroebeld omdat je eigenlijk alleen het volledige systeem kan afnemen. De kosten zijn dan, afhankelijk van het aantal accounts waar je mee werkt en het aantal zoekthema’s tussen de 8.000 (alleen voor non-profit) en 18.500 euro per jaar. Daarvoor heb je dan het online dashboard en de persdatabase voor Nederland. Na aankondiging van dit artikel liet Meltwater weten ook maatwerk te kunnen leveren vanaf zo’n 4.000 euro.

Meltwater

 

Conclusie

Een beetje afhankelijk van je budget, wat je doel is met een perslijst en of je internationaal georiënteerd bent, zou je op basis van de geboden informatie een onderbouwde keus moeten kunnen maken. Internationaal is Agility een goede keus. Ze bieden qua landen een aanzienlijk bredere dekking dan Meltwater al kan het zijn dat die laatste een uitgebreidere database heeft. De vraag is natuurlijk of dat opweegt tegen de kosten van het systeem.

Ben je alleen in Nederland actief dan krijg je bij SmartPR het meeste waar voor je geld: qua dekking, gebruiksvriendelijkheid en de mogelijkheden binnen het systeem, zeker als je gaat combineren met het –ook prijsvriendelijke- PressPage.

Ben je niet zo van de één op één contacten en wil je gewoon een lijst met voor jou relevante contacten, dan loont het wellicht om MediaProfiler een maandje te testen. Als je niet tevreden bent heb je bij De Perslijst voor nog geen 300 euro meer een goed alternatief. Die blijft toch meer bieden dan De Persmanager, zowel wat betreft dekking als wanneer het gaat om gebruiksvriendelijkheid, en dat voor een lagere prijs.

prijs van tot (benadering) dekking beoordeling internationaal
MediaProfiler 725 1.450 steekproef 0% * nvt
De Perslijst 1.050 3.050 58% *** *
De Persmanager 2.480 4.995 43% *** nvt
SmartPR 2.500 10.000 90% ***** nvt
Agility (ANP) 2.995 5.995 48% **** ****
Meltwater 4.000 18.500 steekproef 100% **** ***

Toekomst

Rest me vooruit te kijken en mijn verlanglijstje te delen. Zowel Agility als Meltwater geven –zij het op zeer basale schaal- koppelingen weer tussen journalisten en hun content. Echt mooi zou het worden als zo’n systeem volwassen wordt. Stel je kunt bij je journalistenselectie ook meteen zien hoe vaak ze in een bepaalde periode in welke media over een bepaald onderwerp hebben geschreven. Of het aantal, de omvang en het bereik van de publicaties gaat meewegen in de relevantie van de betreffende journalisten. Dat er  niet meer zomaar iemand bovenaan het lijstje staat maar de journalist die het afgelopen jaar zowel in de Volkskrant als voor BNR items maakte over het betreffende onderwerp. Zo’n system lijkt nog ver weg. Het vraagt namelijk van perslijst-aanbieders niet alleen een snelle en slimme ontsluiting van online content, het vergt ook een nieuwsleverancier die de aangeleverde  content handig tagt zodat het aan de juiste data kan worden gelinkt. Er zijn al een tijdje gesprekken gaande tussen Clipit en SmartPR dus wie weet hangt er weer iets moois boven de markt en krijgen we binnenkort meer inzicht in de content in relatie tot de voor jou relevante journalisten. Nog even en je perslijst levert deze informatie ook. Dan kun je niet alleen zien of een bericht is geopend of dat er op de meegestuurde link is geklikt, maar ook dat het bericht daadwerkelijke tot publicatie heeft geleid. Zo ver is het nu nog niet, maar zodra het op de markt is ben ik de eerste om het te testen.

 

Verantwoording

Voor hen die zich afvragen waarop de genoemde dekkingspercentages zijn gebaseerd een korte uitleg. Ik heb gewerkt met een random lijst van 55 journalisten en die in de vier tot mijn beschikking staande systemen ingevoerd en de resultaten verwerkt. Vervolgens heb ik de journalisten die bij geen van de aanbieders in het systeem stonden verwijderd. Het kan immers zijn dat iemand zichzelf wel journalist noemt maar dat het aantal publicaties die lading niet dekt. Het resultaat is een lijst van 40 journalisten, werkzaam voor dagbladen, regionale en vakbladen maar ook redacteuren van bijvoorbeeld ANP, NOS, BNR, Nieuwsuur, EenVandaag, DWDD etc. die in minstens één van de systemen werd teruggevonden. Deze lijst is vast voor verbetering vatbaar maar gaf in deze fase van vergelijking wel een indicatie.

Dit artikel verscheen eerder bij Frankwatching.

 

 

 

De Belbus, fouten erkennen voor beginners én gevorderden

Gisteren ging er -met dank aan CommunicatieOnline- een wat ouder maar niettemin hilarisch filmpje rond op Twitter. In beeld Melanie Streeper, woordvoerder van Darlene Green -accountant van de gemeente St. Louis- die halsstarrig probeert een journalist van Fox2Now weg te houden bij haar werkgever. Tevergeefs. Okay, de journalist houdt vol, maar Streepers poging het interview te beëindigen strandt vooral op het feit dat de accountant de vragen van de journalist best wil beantwoorden. Ronduit gênant natuurlijk, voor die woordvoerder. Dichter bij huis zien we ook heel mooie voorbeelden waar je als woordvoerder nog wat van kan leren. Kassa’s Belbus is een bron van inspiratie, vooral als je nog wilt oefenen op het erkennen van fouten en sorry-zeggen.

In november kocht mevrouw Van den Dries een bank bij Montel. De bank die besteld was had volgens informatie van de verkopers een binnenmaat moeten hebben van ongeveer 1.45 meter. De bank die geleverd werd had een binnenmaat van 1.15 meter. Dat is niet ongeveer 1.45 meter, dat scheelt gewoon 30 centimeter of in de woorden van de presentator Rutger Verhoeven toch een halve bil. Hoewel de verkoopinformatie inmiddels is bijgewerkt en mevrouw de bank uiteindelijk toch mag ruilen blijkt het toegeven van een fout nog een lastig ding. In eerste instantie doet de aftersales manager een poging om het te bagatelliseren. Mevrouw is niet verkeerd voorgelicht, wij zijn een beetje onduidelijk geweest over de maatvoering.

Het verschil tussen onduidelijk en verkeerd ontgaat de presentator, en mij eigenlijk ook. Dertig centimeter is geen interpretatieverschil. Pas na nog een keer aandringen geeft ie toe dat het gewoon verkeerd is gegaan en wordt het probleem ter plekke opgelost. Blijkbaar kan het wel, maar hebben sommige bedrijven een duwtje nodig, in dit geval van de Belbus. Jammer, en een gemiste kans voor Montel. Het bedrijf kan het wel, maar om bij Montel als klant een goed product te krijgen moet je  hulptroepen meenemen.

Maar dit voorbeeld valt het in het niets bij de aflevering van een week eerder. Daarbij gaat de Belbus mee op bezoek bij de ANWB. Melden op het kantoor van de ANWB leidt al tot ongemakkelijke situaties. De receptioniste onderneemt geen actie om iemand te halen die de ontevreden klant en de presentator te woord kan staan.

Om iemand te spreken te krijgen moet er zelf worden gebeld met de woordvoerder. Deze Markus van Tol krijgt helemaal geen sympathiek woord uit zijn mond. Er is in het fragment geknipt, dat kun je zien, maar zelfs met die wetenschap zijn zijn uitingen wel heel ongelukkig en de hoorn op de haak gooien is al helemaal geen toonbeeld van klantvriendelijkheid.

Gelukkig zijn er ook bedrijven, of woordvoerders die wel weten hoe het moet. Mevrouw van de Veerdonk probeert al bijna een jaar de overgang van haar oude (Tele2) naar haar nieuwe provider (KPN) te regelen. Het resultaat is dat ze al die maanden al dubbel betaalt.  En, je raadt het al, KPN wijst naar Tele2, en vice versa. De Belbus moet ook in deze kwestie uitkomst bieden.

Wat schetste mijn verbazing om vervolgens twee heren, één van Tele2 en één van KPN om het hardst te vechten om de sympathie van deze klant. Gezamenlijke excuses, een bloemetje en natuurlijk terugbetaling. De kritische Twitteraar die dit optreden hypocriet vindt heeft natuurlijk een punt, maar in de basis klopt het. De klant heeft gewoon gelijk en als je dat dan toegeeft doe het dan ruiterlijk. Die telecommers hebben dat goed begrepen.

De trotse trainer

Vaak blader ik ‘s avonds nog even door mijn Twitter kolommen. Niet op zoek naar iets, meer even om te kijken of ik het nieuws een beetje heb meegekregen en ook wat er in mijn vakgebied gebeurt. In een aantal kolommen in Hootsuite volg ik onderwerpen die raken aan mijn opdrachtgevers, ben ik altijd op zoek naar vacatures op het gebied van woordvoering en persvoorlichting en volg ik discussies over die onderwerpen.

Gisteren stuitte ik op een tweet van René Westbroek, adviseur-trainer bij Bex*Communicatie. Ik ken René niet persoonlijk maar omdat hij het woord ‘woordvoerder’ gebruikte in zijn tweet kwam hij bovendrijven in mijn kolommen. Hij had eerder die avond naar het journaal gekeken en daar één van zijn klanten gespot, een woordvoerder die hij eerder die week had getraind. Dat gebeurt natuurlijk vaker, naast woordvoerders worden ook ministers, ceo’s, burgemeesters en wetenschappers dagelijks getraind door een breed scala aan bureaus en éénpitters.

Als je dan als trainer je trainee ziet optreden in het journaal en je ziet dat hij of zij zich daar goed redt dan ben je trots. Dat was René, en dat zou ik ook zijn. Dat bedacht ik me toen ik zijn tweet las en toch gaf diezelfde tweet me een onprettig gevoel. Hoe zou ik het vinden als ik door René getraind was en zijn tweet  had gezien? Of had ik iets vergelijkbaars getwitterd als ik die persoon had getraind. Ik denk het niet. Niet omdat ik zijn trots niet begrijp, niet omdat hij het niet best netjes onder woorden bracht –zonder naam en rugnummer- maar omdat het een beetje voorkomt als oneerbiedig. En een beetje protserig. Kijk die woordvoerder het eens goed doen dankzij mij.

Ik ben de afgelopen jaren ook talloze malen getraind en heb zelf ook veel trainingen gegeven. Hoewel het fijn is om je klanten af en toe te kunnen noemen, al is het maar omdat het voor veel opdrachtgevers geldt als referentie, vind ik het vooral knap als je je werk kunt doen zonder te verwijzen naar eerdere klanten of eerder succes. Kees Mijnten, helaas al een tijdje niet meer onder ons, kon dat als de beste. Hij noemde geen andere opdrachtgevers, had lange tijd geen LinkedIn-account, bedreef zijn pr slechts door gebruik te maken van de kwaliteit van zijn product. Zijn klanten wisten hem altijd te vinden, ook zonder website.

Niet meer van deze tijd zou je zeggen waarin iedereen de ander voorbijstreeft met een gelikte site, een scala aan social accounts en allerhande samenwerkingen met andere bureaus of zzp’ers. Alles om je te verwittigen van een verse stroom aan klanten. Ik snap het, ik doe er tot op zekere hoogte aan mee maar blijf met bewondering kijken naar hen die dat niet nodig hebben en succes hebben door slechts te zijn wie ze zijn en te doen wat ze doen.

De emotionele woordvoerder

Foto: http://thederpystrawberry.tumblr.com/

Al enige weken zie ik op verschillende social media het artikel terugkomen over de zeven kenmerken van een goede woordvoerder. Geschreven vanuit het perspectief van de journalist en in mijn opinie verre van volledig. Een woordvoerder werkt immers niet in dienst van de journalist noch hebben journalist en woordvoerder altijd hetzelfde doel. Het is dus goed om ook eigenschappen te koesteren of ontwikkelen die jouw werkgever of opdrachtgever dienen.

In veel lijstjes met to do’s voor woordvoerders wordt vermeld dat het tonen van emotie een positief effect heeft op de geloofwaardigheid. Dit kan zo zijn, een teveel aan emotie heeft vaak een averechts effect. Afgelopen week zagen we twee minder gelukkige voorbeelden hoe emotie je als woordvoerder of spreekbuis in een lastig parket kunnen brengen. Woordvoerder Bart Maussen deed een boekje open over de gang van zaken bij Polare (het origineel is alleen te lezen als abonnee van CommunicatieOnline) en Oranje-aanvoerder Robin van Persie voelde zich geroepen voor camera te vertellen over zijn relatie tot Pierre van Hooijdonk. Beide interviews leverden veel reacties op.

Golfen

Wat gebeurde er nu met Robin van Persie voor de microfoon met Jack van Gelder? Van Gelder vraagt aan Van Persie of hij zich had gestoord aan commentaar op hem van buiten. Na een eerste poging om de kritiek in algemene termen te weerleggen noemt hij toch man en paard. Van Hooijdonk? Die kan beter gaan golfen. Als kijker is het bijna pijnlijk. Een team dat derde wordt op een WK, dat zo eensgezind heeft gevoetbald en die eensgezindheid ook voor camera uitstraalt onder meer in de persoon van Robben, Sneijder en Krul. Geen teamoverstijgende ego’s te bekennen. Juist dan is het uiten van negatieve emotie ontzettend onnodig en contraproductief. Had het toch zo gelaten Robin: Ja ik weet dat er mensen zijn die kritiek hebben op mijn spel, maar ik heb alles gegeven en ben trots op de prestaties van ons team. Klaar.

Het resultaat van dit interview was dat mijn sympathie jegens Van Persie –hij blijft voor mij altijd een soort Feyenoorder- gedurende het interview slonk. Dat kan nooit zijn bedoeling zijn geweest. Een dergelijke vete, zoals die blijkbaar speelt tussen Van Persie en Van Hooijdonk dien je onderling op te lossen en is geen voer voor interviews. Al zal Jack van Gelder daar misschien anders over denken.

Regie

In Communicatie Online gebeurde iets heel anders, maar minstens zo pijnlijk om aan te zien. Bart Maussen legde in een interview uit wat er allemaal mis ging voorafgaand aan het faillissement van Polare. Positief aan zijn verhaal is het feit dat hij zelf aangeeft te veel betrokken te zijn geweest. Maussen zag de bui lang van tevoren hangen maar verzuimde tijdig afscheid te nemen van zijn opdrachtgever. Daar kan ik me nog iets bij voorstellen, maar waarom dit interview? Natuurlijk zijn de beschreven situaties (zonder intern overleg de media te woord staan, lekken zonder dat je woordvoerder daarvan op de hoogte is) verre van handig, maar om zo uit de school te klappen lijkt me pijnlijk voor alle betrokken, ook voor Maussen zelf. Ik vraag me dan ook oprecht af wat zijn motieven zijn geweest om dit interview te geven. Wil hij het zo opnemen voor de eigenaren van Polare? Toch nog het laatste woord hebben richting de commissarissen? Inzicht verschaffen richting vakgenoten waarom het gegaan is zoals het gegaan is? Ik heb werkelijk geen idee maar ik kan me zomaar voorstellen dat dit interview Maussen en zijn bedrijf klanten gaat kosten. Woordvoerder én klokkenluider, een slechte combinatie.

Trainen

Tenslotte, hoe wapen je je tegen je eigen emotie? Tja, makkelijker gezegd dan gedaan. Blijf in ieder geval scherp voor ogen houden waar je van bent en wat je rol is. Laat je niet uit de tent lokken, je staat hier namens je opdrachtgever, niet om de journalist een plezier te doen. Nog niet zeker van je zaak? Je emoties beter beheersen is te leren in een mediatraining met een trainer die je vertrouwt. En je emoties kunnen beheersen is ontegenzeglijk een goede eigenschap voor een woordvoerder.

Perslijsten uitbesteden: 4 handige tools

Elk bedrijf of instelling dat een beetje serieus werk maakt van zijn externe communicatie komt vroeg of laat voor de vraag te staan hoe hij zijn perscontacten up-to-date houdt. Redacties zijn in ontwikkeling, journalisten hoppen net zo goed van baan en soms heb je behoefte aan een journalistiek contact buiten je eigen focusgebied.

Perscontacten beheren
Natuurlijk kun je die perscontacten, journalisten en bloggers prima bijhouden in een excelsheet of in je e-mailprogramma. Outlook biedt de mogelijkheid om je contacten te delen met andere collega’s en je kunt er je aantekeningen over gevoerde gesprekken in kwijt. Nadeel is natuurlijk dat je lijst met perscontacten alweer verouderd is voordat je hem opgesteld hebt. Zeker als deze het A4′tje ontstijgt.

Lees verder

Goede wijn behoeft geen krans

Enige maanden geleden kwam ik via een wonderlijke online route op de website van Molblog. Zo gaat dat vaker, je ziet ergens een tweet, klikt door via profielen en hup je zit opeens ergens waar je nog nooit eerder bent geweest maar graag nog een keer terugkomt. Zo ook met de site van Molblog. Molblog is blijkbaar gelieerd aan Marketing Online, een site die ik een stuk minder interessant vind maar dat terzijde.

Molblog dus. Ik las er een artikel van Tijn Elferink waarvan de titel me al zo nieuwsgierig maakte dat ik niet alleen wilde doorlezen maar de site ook direct toevoegde aan mijn favorieten. De titel: ‘Commerciële beïnvloeding journalistiek komt voort uit luiheid’ prikkelde mijn nieuwsgierigheid in de eerste plaats omdat ik het er niet mee eens ben. Elferink stelt in zijn inleiding dat zogenaamde moetjes –de combinatie van redactionele inhoud en een advertentie- duiden op luiheid van de advertentieafdeling en nog meer van het pr-bureau wat erachter zit. En daar ben ik het dan weer wél hardgrondig mee eens. Ja, ik werk ook voor opdrachtgevers die al lang door hebben dat earned media wel degelijk iets toevoegen aan je online en offline aanwezigheid. Elke organisatie heeft nieuws, de kunst is alleen om lang genoeg te zoeken, door te vragen en schaven tot je een nieuwswaardig verhaal hebt.

Minstens zo belangrijk is het je media te kennen. Vaak wordt in artikelen benadrukt dat je niet één bericht naar al je contacten moet sturen, maar voor groepen ontvangers een andere benadering of aanvliegroute moet kiezen. Zo ook met earned media. Nieuws is niet altijd nieuws voor elk medium en het loont daarom een duidelijk profiel te hebben van de verschillende kranten, sites en radio- en tv-programma’s. Een nieuwe opdrachtgever die bij mij komt wil nog wel eens grootse ideeën hebben over wat er in de media mogelijk is. Dan krijg je te horen, ik wil graag bij Pauw en Witteman aan tafel. Ga je daarna kijken naar wat er binnen zo’n organisatie speelt dan zie je vaak dat het onderwerp zich helemaal niet leent voor P&W maar bijvoorbeeld prima geschikt is voor het wetenschapskatern van de NRC. De kunst is dan niet alleen je opdrachtgever te overtuigen van wat haalbaar is en wat niet, maar natuurlijk ook de redactie van het betreffende medium te doorgronden en overtuigen.

En vaak is daar net zo veel energie mee gemoeid als met het schaven aan het nieuws. Een redactie laten zien wat de mogelijkheden zijn, aan welke actualiteit het raakt, welke partijen eventueel het tegengeluid kunnen laten horen en wie of wat het menselijk gezicht aan het verhaal kunnen geven.

Vorige maand zat ik met zo’n redactioneel idee bij de hoofdredacteur van een regionale krant. Ik had een kraakheldere wens van een van mijn opdrachtgevers en samen hadden we bepaald wat haalbaar zou zijn, wat het ideaal en wat onze reserveoptie. Ja natuurlijk het liefst een serie van 8 delen in de zaterdagkrant, maar met een kleiner artikel doordeweeks zouden wel ook al blij zijn. Het werd uiteindelijk een driekwart pagina op zaterdag. Nieuws gevonden, aan de actualiteit verbonden, menselijke maat toegevoegd, en de redactie doorgrond. Kortom, een mooi nieuwsbericht én een tevreden opdrachtgever, of zoals Elferink het zegt: Een verhaal waarvoor betalen een belediging is.